Sommige bedrijven en sectoren zitten gevangen in hun eigen businessmodel. Zo houden we systemen in stand die eigenlijk niet levensvatbaar zijn, omdat deze bedrijven niet in staat zijn de oude economie achter zich te laten en voor echte vernieuwing te gaan. Het zijn bedrijven die er alle belang bij hebben hun eigen cirkelredeneringen in stand te houden.

Zoals de Amerikaanse wapenindustrie die volhoudt dat wapens er juist voor de veiligheid zijn en zich verschuilt achter wetgeving (‘Second Amendment!’) en een peperdure lobby. Denk ook aan de grote oliemaatschappijen die wel in fossiele oplossingen móéten denken omdat ze zelf fossiel zijn. Kortom: businessmodellen met een luchtje die hun rechtvaardiging vinden in wetgeving die gebaseerd is op ‘oud’ en zo ‘nieuw’ in de weg staat. Ook in de land- en tuinbouw vinden we businessmodellen waar op z’n zachtst gezegd een luchtje aan zit. Roundup, de bekende onkruidverdelger op basis van de werkzame stof glyfosaat, kwam in 1974 op de markt.

Roundup mag in Nederland sinds 31 maart niet meer gebruikt worden voor onkruidverdelging op verhard terrein. Het middel zou mogelijk kankerverwekkend zijn. In de landbouw is het nog wel toegestaan en neemt het gebruik zelfs toe. Het middel doodt onkruid, maar laat (door Monsanto, de fabrikant van Roundup) genetisch gemodificeerde voedingsgewassen als maïs, soja en aardappels intact. Echter, de werkzame stof komt in het oppervlaktewater terecht en laat zich daar lastig uit verwijderen. Waterbedrijven, ook in Nederland, willen een algeheel verbod op Roundup.

Monsanto verweert zich met een wat bijzondere redenering: het verbieden van chemische bestrijdingsmiddelen zou innovaties op dit terrein in de weg staan. Het heeft immers geen zin de effectiviteit van chemische bestrijdingsmiddelen te verbeteren als de middelen verboden zijn, zei een Monsanto-woordvoerder op 31
augustus 2015 in Het Financieele Dagblad. Dat klinkt bijna als het in stand houden van gewapende conflicten om innovaties in de wapenindustriemogelijk te maken.

Innovatie als excuus om achterhaalde systemen in stand te houden? De gewassen uit de genetisch gemodificeerde zaden van Monsanto zijn bestand tegen de werkzame stof in Roundup, en de inkomsten uit patenten op deze zaden zijn enorm. Dus toch een economische reden om tegen afschaffing te zijn?
Dat het anders kan, bewijst de Nederlandse glastuinbouwsector. Begin jaren tachtig begon de overheid met een verbod op methylbromide. In de Nederlandse tuinbouw werd methylbromide gebruikt om tussen twee teelten in de grond te ontsmetten van schimmels en beestjes. Het middel was zeer giftig en leidde zelfs tot miskramen bij tuindersvrouwen.

De telers zochten samen naar meer duurzame alternatieven. Inmiddels heeft onze glastuinbouwsector een waslijst aan duurzame innovaties op zijn naam staan, worden schadelijke insecten bestreden met lieveheersbeestjes, wordt het water zo veel mogelijk gedesinfecteerd en hergebruikt, wordt energie gewonnen uit aardwarmte en leveren kassen zelfs zonnewarmte aan woonwijken. Innovaties waarmee Nederland een voorbeeldfunctie vervult voor wereldwijde voedselproductie.

Echte innovatie is dus niet het verbeteren van bestaande oplossingen, maar het creëren van iets nieuws. Monsanto zou zijn geld beter kunnen investeren in zulke disruptieve innovaties dan in lobbyisten en juristen.

Pagina 19, 14-05-2016 © Het Financieele Dagblad