Geachte heer Jacques Diouf*,
“The world has the resources and technology to eradicate hunger. (…) The time to act is now.”
Met belangstelling heb ik de afgelopen dagen de berichtgeving rondom de resultaten van het high-level expert forum onder de titel How to feed the world in 2050 gevolgd.
Wij zijn aangenaam verrast met de insteek van dit forum, het vertegenwoordigt het verhaal dat ons bedrijf al vijf jaar verkondigt, namelijk dat de wijze van voedselproductie en –distributie in de wereld rigoureus anders moet én kan, om ook voor toekomstige generaties onze planeet leefbaar te houden. De conclusie die u in de eindrapportage trekt, onderschrijf ik van harte.
Mijn naam is Meiny Prins, ik ben algemeen directeur van Priva, wereldmarktleider in klimaatbeheersing in de bedekte tuinbouw en trendsetter in gebouwbeheersystemen voor de utiliteitsbouw. Dankzij de inspanningen die mijn bedrijf pleegt om de sectoren waarin wij werkzaam zijn op een hoger niveau te brengen, mocht ik aan het begin van dit jaar de Nederlandse Prix Veuve Clicquot in ontvangst nemen, een prijs die beter bekend is als de titel Zakenvrouw van het Jaar.
Ons bedrijf heeft al vijftig jaar ervaring in het op duurzame wijze integreren van oplossingen voor klimaat-, water- en energievraagstukken. Precies die elementen waar het bij voedselproductie om draait. De afgelopen vijf jaar heb ik veel gelobbyd om de tuinbouw als economisch cluster op de politieke agenda te krijgen.
Het is ook mijn persoonlijke overtuiging dat het probleem van voedselproductie onlosmakelijk is verbonden met de waterproblematiek. U weet ongetwijfeld dat van al het bruikbare zoet water slechts tien procent als drinkwater wordt gebruikt. Vijftien procent wordt door de industrie gebruikt, en 75 procent voor agrarische doeleinden, waarvan de helft wordt verspild. De techniek om deze verspilling een halt toe te roepen, is wat mijn bedrijf betreft, al heel ver. Educatie, opleiding aan lokale boeren en tuinders en ontwikkeling van plaatselijke kennisinstituten, maakt onlosmakelijk deel uit van de realisatie hiervan, omdat wij geloven in de local for local-aanpak.
Daarnaast zie ik duurzame voedselproductie als economische kans voor ieder land in de wereld, ook voor die landen die economisch niet zelfstandig zijn.
Mijn bedrijf spant zich in om nieuwe gebieden te helpen ontwikkelen. In de laatste jaren hebben wij ontwikkelingsprogramma’s opgezet in Mexico en China, we praten mee over duurzame gebiedsontwikkeling in woestijngebieden als Qatar en in juni 2010 openen we een opleidingscentrum in Australië.
Een van de barrières waar de ontwikkeling van duurzame voedselproductie op stagneert is funding. We kunnen als Priva niet in ons eentje de wereld verbeteren. In China bijvoorbeeld helpen we Chinese boeren om op een duurzame wijze een hogere productie per vierkante meter te realiseren met minder gebruik van water. De Chinese overheid is echter nog terughoudend met het verlenen van hun commitment aan deze projecten.
Naast kleinschalige projecten participeren we in grootschalige, hi-tec voedselproductie, waarbij in veel gevallen (het gebrek aan) water een issue is.
Ik zou het bijzonder op prijs stellen als ik in een persoonlijk gesprek de gelegenheid zou krijgen mijn visie op de problematiek van voedselproductie nader aan u toe te lichten.
Ik kijk er naar uit van u een reactie te mogen ontvangen.
Met vriendelijke groet,
Meiny Prins
*Jacques Diouf is Directeur-Generaal Food and Agriculture Organization of the United Nations (FAO)