Op uitnodiging van AACSB was ik begin april in Boston. AACSB accrediteert business schools over heel de wereld, waaronder de Rotterdam School of Management. Die bevindt zich daarbij in goed gezelschap van bijvoorbeeld het MIT in Boston en Harvard University.

In september 2015 stelde AACSB een lijst van honderd ‘influential leaders’ samen uit nominaties van meer dan duizend universiteiten wereldwijd. Ik was zeer vereerd hiervan deel uit te maken. En zo beklom ik het podium tijdens hun jaarlijkse conferentie.

Voor een volle zaal kreeg ik de vraag wat de grootste barrières zijn om duurzame oplossingen toegepast te krijgen en daarmee onze wereld te behouden voor toekomstige generaties. Beantwoord die vraag maar eens in vijf minuten. Het is in elk geval een gegeven dat we met elkaar systemen in stand houden die grote doorbraken op het gebied van energie, water, voedselvoorziening en zelfs gezondheidszorg tegenwerken.

Zo zijn er nog steeds absurde subsidies voor landbouw en fossiele energie, zijn er wetten die duurzame oplossingen tegenhouden, regeert de farmacie de gezondheidszorg en zijn er nog steeds ondernemingen die alleen maar gericht zijn op het optimaliseren van de winst. Die bedrijven hebben er dus alle belang bij om alles bij het oude te laten. Zelfs als we daar de wereld ernstig mee verontreinigen en de mensheid in gevaar brengen.

Het goede nieuws is dat we de komende tien jaar grote technologische doorbraken zullen meemaken en dat de groeiende steden proeftuinen worden van allerlei duurzame en integrale oplossingen. Omdat de stedeling dit afdwingt. Hij wil niet meer wonen in de smog en de lucht van stinkende riolen terwijl hij veel geld moet betalen voor zijn kleine appartement. De steden zijn vandaag al de broedplaatsen van de ‘shared economy’. Welzijn wordt belangrijker dan economische groei. Alles wat geen waarde toevoegt, houdt op te bestaan, of de oude economie het nu wil of niet. We staan aan het begin van een nieuw tijdperk. En hopelijk zijn we net op tijd om verdere onherstelbare schade aan onze planeet te voorkomen.

Daarna verzorgde ik een lezing in Las Vegas over de relatie tussen de grote metropolen en het platteland. Over de nieuwe verwevenheid tussen stad en land en het belang van lokale voedselproductie, en over duurzame integrale oplossingen en nieuwe verdienmodellen.

Tussendoor bezocht ik klanten in Californië. Telers met buitenteelten die zich grote zorgen maken over de beschikbaarheid én kwaliteit van het water; Californië is tot op de dag van vandaag de ‘salad bowl’ van Amerika. Ze moeten nog wel wennen aan het idee dat je met automatisering binnen één jaar 40% water kunt besparen en 30% meer productie hebt en dat veel van de voedselproductie zal verhuizen naar de stad.

En dan terug in Nederland. Op 14 april introduceerde premier Rutte Nederland als Sustainable Urban Delta tijdens de Innovation Expo. Vanwege het EU-voorzitterschap van Nederland waren er veel vertegenwoordigingen uit de Europese lidstaten. Daarnaast toonden honderden ondernemers slimme en integrale oplossingen op het gebied van energie, water, voedsel en mobiliteit. Daarmee gaven ze antwoord op vragen waar al die groeiende metropolen mee worstelen.

Als we met al die antwoorden de metropolen nu eens een handje helpen, creëren we daarmee een nieuw verdienmodel voor Nederland. Dat is hard nodig nu ons gas opraakt. Een goed idee!